Op 5 juni 2019 presenteerden het kabinet, de sociale partners en de SER na 10 jaar praten een principeakkoord voor een nieuw pensioenstelsel.

De afspraken uit het principeakkoord zullen ingrijpende gevolgen hebben. Met name het zogenoemde tweede pijler pensioen (het pensioen waar werkgever en werknemer premies voor afdragen) gaat in deze plannen op de schop, maar ook het eerste pijler pensioen (AOW) wordt aangepast. Verder worden maatregelen getroffen om het tweede pijler pensioen toegankelijker te maken voor zelfstandigen en om de duurzame inzetbaarheid van werknemers te bevorderen.

De afspraken uit het principeakkoord moeten nog worden goedgekeurd door de leden van de bonden. Tussen 12 en 15 juni kunnen zij hun stem uitbrengen. Naar verluidt zijn de leden kritisch. Als de leden instemmen zullen wij de aankomende periode in verschillende blogs de afspraken uit het pensioenakkoord bespreken. Ook zullen wij u in deze blogreeks op de hoogte houden van alle verdere ontwikkelingen op dit terrein en ingaan op de gevolgen van het pensioenakkoord voor werkgevers en pensioenuitvoerders en hoe zij hiermee het beste kunnen omgaan.

In dit blog wordt alvast een overzicht gegeven van de belangrijkste onderwerpen uit het principeakkoord.

 

Aanpassingen eerste pijler – minder snelle stijging AOW-leeftijd

De pensioenleeftijd zal de aankomende twee jaar worden bevroren op 66 jaar en 4 maanden. Vervolgens zal deze doorstijgen naar 66 jaar en 7 maanden in 2022, 66 jaar en 10 maanden in 2023 en 67 jaar in 2024. Ná 2024 wordt AOW-leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting. Voor ieder jaar dat de levensverwachting één jaar stijgt, wordt de pensioenleeftijd met acht maanden verhoogd.

Het wordt vanaf 2021 gedurende vijf jaar voor werkgevers en werknemers mogelijk om af te spreken dat een werknemer drie jaar voor de AOW-leeftijd stopt met werken en gedurende die drie jaar een jaarlijkse uitkering van € 19.000 ontvangt. Voor zover de uitkering dit bedrag te boven gaat zal de werkgever de gebruikelijke RVU-heffing verschuldigd zijn. Gaat de uitkering minder dan drie jaar voor AOW-leeftijd in dan wordt het heffingsvrije bedrag naar rato aangepast.

 

Tweede pijler – nieuw pensioencontract en afschaffing doorsneesystematiek

De pensioenen worden individueler. Een van de maatregelen die dit veroorzaakt is de afschaffing van de doorsneesystematiek. In deze systematiek is de pensioenpremie voor iedere deelnemer aan de pensioenregeling gelijk, ongeacht diens leeftijd. In het nieuwe systeem zullen jongere deelnemers voor iedere euro die ze inleggen meer rechten opbouwen dan oudere deelnemers. Aangezien de afschaffing van de doorsneesystematiek voor bepaalde leeftijdsgroepen (vooral de veertigers) nadelig uitpakt, zullen afspraken worden gemaakt om hen te compenseren.

Een andere belangrijke maatregel is dat een nieuw pensioencontract wordt ingevoerd. Dit is een premieregeling. In een dergelijke regeling wordt door de werkgever geen toezegging gedaan over de uitkering die een werknemer na zijn pensionering ontvangt, maar enkel over de pensioenpremie die hij stort.

Daarnaast is afgesproken dat er een nieuw soort pensioencontract komt. Dat wordt een premieregeling (werkgever zegt de werknemer de inleg van een bepaalde premie toe), waarin zowel in de opbouwfase als in de uitkeringsfase sprake is van risicodeling. Er hoeven geen buffers te worden aangehouden. Gaat het financieel goed, dan wordt het pensioen verhoogd. Gaat het financieel slecht, dan wordt het pensioen verlaagd.

Verder kan (ook door bedrijfstakpensioenfondsen) worden gekozen voor de verbeterde premieregeling. Op grond daarvan bouwt de werknemer tijdens het werkzame leven een persoonlijk (individueel) pensioenvermogen op en worden in de uitkeringsfase de risico’s collectief gedeeld.

 

Zelfstandigen

Er komt vooralsnog geen verplichte pensioenregeling voor zzp’ers. Wel zal het kabinet gaan bezien hoe zelfstandigen vrijwillig kunnen aansluiten bij de pensioenregeling in de sector of de onderneming waar zij werkzaam zijn. De SER heeft sociale partners verder geadviseerd om gezamenlijk met zelfstandigenorganisaties in sectoren te onderzoeken hoe zij mogelijkheden zoals auto enrollment, variabele inleg en/of een verplichtstelling kunnen realiseren. Belangrijk is dat wordt nagegaan of hiervoor draagvlak bestaat bij de zelfstandigen.

Een andere belangrijke maatregel die is afgekondigd – maar die op zichzelf losstaat van de aanpassing van het pensioenstelsel – is dat zelfstandigen verplicht zullen worden zich te verzekeren tegen de gevolgen van arbeidsongeschiktheid (met opt-out). Het kabinet heeft sociale partners gevraagd hiervoor een voorstel uit te werken dat betaalbaar en voor iedereen toegankelijk is.

 

Kleinere kans dat pensioenen gekort moeten worden

In afwachting van de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel is het kabinet voornemens de regels omtrent het korten van pensioenen te versoepelen. De dreiging die in de lucht hing dat veel fondsen op korte termijn in hun pensioenen zouden moeten gaan snijden is hiermee voor een belangrijk deel ingeperkt.

 

Blogreeks Pensioenakkoord

De hierboven genoemde afspraken en alle ontwikkelingen op dit vlak zullen we de aankomende periode in verschillende blogs verder bespreken. Houd deze website over Het nieuwe pensioenstelsel in de gaten.

Bronnen:

Share This